Hoog tijd voor weer eens een serieuzere bijdrage. Hoewel, die marathon was natuurlijk ook serieuze business en komt waarschijnlijk ook niet zomaar uit het niets. Door de drukte op het werk de laatste weken was het een maalstroom in mijn kop. Gelukkig ziet men op het werk ook in dat de werkdruk op verschillende werknemers erg hoog ligt momenteel en wordt er nu druk gezocht naar nieuwe mensen. Mochten er dus geologen of reservoirtechnologen zijn die dit lezen en die nog een baan zoeken in een leuk, spannend bedrijf, of mocht je zo iemand kennen, laat het me weten. Ik krijg namelijk een bonus als ik mensen het bedrijf binnenhaal ;)
Gelukkig is er nu weer een beetje druk van de ketel. De afgelopen week had ik een status-meeting voor een groot project met Sintef (noorse equivalent van TNO), waar ik elke meeting ook een presentatie moet geven over de stand van zaken, en zoals het er nu naar uit ziet hoef ik hier voorlopig niet zo veel meer voor te doen. Een leuke bijkomstigheid van deze meetings is dat we donderdagsavonds altijd mee uit eten genomen bij de betere (lees vooral ook: duurdere) eetgelegenheden in Trondheim. Ik heb ondertussen dus al een drietal fantastische diners mogen meemaken. Het betere werk!
Vrijdagavond had ik behoefte om gemoedelijk een biertje te drinken en lekker ongedwongen Nederlands te praten en dus heb ik Stien gevraagd. Stien is een leuke Vlaamsche schone waar ik een maandje of 2 geleden een tijd lang gezellig mee gekletst heb tijdens de nederlandstalige stamavond hier in Trondheim. Voor herhaling vatbaar dus, en dus af en toe herhaald. Zo ook vrijdag. Gezellig. Zaterdag is ze bij mij langs gekomen en hebben we de DVD Anyway the wind blows van Tom Barman (van dEUS) bekeken. Een portret van verschillende personen in de stad Antwerpen. Deze DVD had ik als dEUS-liefhebber natuurlijk al lang en breed gezien moeten hebben, maar nu zag ik de film samen met iemand die de stad goed kent, en dat was eigenlijk zeker zo leuk.
Ik moest me daarna echter wel haasten om op tijd bij MUSE te komen (dacht ik). Achteraf gezien niet nodig (bleek). Op het kaartje stond dat de poort om 18:30 openging, maar toen ik daar met Cyril (collega uit Frankrijk) om 19:15 aankwam bij de speciaal voor UKA opgebouwde tent, was de poort nog gesloten en stond er een rij van ruim 300 meter te wachten. Erg maf. Nog nooit zoiets gezien. En zeker nog een uur in de rij moeten staan (die ondertussen waarschijnlijk wel in lengte verdubbeld was) voor we naar binnen konden. Maar goed, ookal kwamen we halverwege het voorconcert (was toch niet veel) binnen, we waren nog ruim op tijd voor MUSE. En MUSE was wel erg goed (zoals te verwachten van zo'n grote naam). Het was alleen vreselijk dringen in de tent, helaas een minpuntje op een verder relaxed weekend.
En nou maar gauw slapen om weer uitgerust een week te kunnen stressen... hopelijk zonder marathons.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Commentaar van de Vlaamsche Schone : al goe da ge me geen Vlaamsche Primitieve genoemd hebt :-)! Ik vond het ook gezellig: eigen taal geeft op zich toch een thuisgevoel. Het associeert fijner en dieper dan de nieuwe, vreemde taal, hoe spannend die dan ook is. Ik begrijp immigranten nu veel beter, nu ik er zelf een ben...
Een reactie posten