donderdag 18 september 2008

Er komt een man op een fiets...

Ik schop 'em niet van de fiets. Had ik best gewild, maar zo snel als Herman Finkers was ik kennelijk niet. Toch illustreerde de man op de fiets waarom ik wonen in Noorwegen zo veel prettiger vind. Soms neig je dat te vergeten.

De man op de fiets fietste namelijk in Delft. Dinsdagavond. Toevallig liep ik daar ook op dat zelfde tijdstip. Met een grote koffer achter me aan zeulend, omdat ik net terugkwam van vakantie. Die vakantie in Elba had ik geboekt via een Nederlandse organisatie, en omdat ik de exacte reistijden nog niet had, had ik de reis terug naar Trondheim uiteraard maar een dag later geboekt. Slapen kan immers altijd bij Bas in Delft.

Om echter bij Bas te komen vanaf het station moet je door de Barbarasteeg. Zo ongeveer het smalste steegje van Nederland, en tegelijkertijd het drukste. Met hordes fietsers en voetgangers die zich van de TU-wijk naar het station of vice versa bewegen. Daar hebben ze dan voor de sier ook nog iets van een stoepje neergelegd waar je met enige wilskracht nog net met je eentje naast elkaar kan lopen. Dat ga ik niet proberen met een koffer met wieltjes, die liever rustig achter me aan rolt via het fietspad.

"Tring, tring. Tring, tring." zei de bel op de fiets van de man op de fiets.
"Tring, tring, tring. Tring, tring, tring." zei de bel op de fiets met deze keer nog meer venijn.
"Je kunt toch wel op de stoep lopen." snauwde de man op de fiets me toe. Zo'n naar gestresst zakenmannetje met attaché-koffertje fietste me geërgerd voorbij. Ik was te laat met hem van de fiets te te schoppen. Ik was ongetraind. Want dit soort eikels kom ik in Noorwegen eigenlijk nooit tegen.

Geen opmerkingen: